Oproepen beheren met de bureautelefoon

Met de Mitel One-internetapplicatie kunt u de oproepenfuncties op de MiVO400-bureautelefoon die aan uw account is gekoppeld bedienen vanuit het oproepensscherm van de applicatie. U kunt met de bureautelefoon een oproep plaatsen, beantwoorden, in de wacht zetten, ophalen, doorverbinden of beëindigen vanuit het oproepenscherm van de applicatie.

Note:

Als u een SIP-DECT-telefoon gebruikt, dan kunt u een oproep alleen beantwoorden of beëindigen vanuit de applicatie. De andere opties worden niet ondersteund.
Standaard gebruikt de applicatie voor alle oproepgerelateerde functies de SIP-softphone die in de applicatie is geïntegreerd.

Om de Bureautelefoon in te schakelen voor het afhandelen van oproepen op de Mitel One webapplicatie, voert u een van de volgende procedures uit:

Van Avatar
1. Klik op het pictogram Bewerken (). De opties SELECTEREN worden weergegeven.
2. Selecteer Bureautelefoon uit de weergegeven opties.
  
  Nadat u de bureautelefoon heeft ingeschakeld om gesprekken te behandelen, wordt het bureaubladpictogram () weergegeven.
Van Instellingen:
1. Klik op uw avatar en klik in de vervolgkeuzelijst op Instellingen en voorkeuren. Het venster Instellingen wordt geopend.
2. Klik op het tabblad Telefoon. Het Regels voor het beantwoorden van oproepen-venster wordt weergegeven.
3. Klik op de Alle oproepen gebruiken-optie en selecteer Bureautelefoon in het vervolgkeuzemenu dat wordt weergegeven.
De applicatie wordt opnieuw opgestart, waarna de nieuwe configuratie actief wordt. Al uw oproepen worden nu naar uw bureautelefoon gerouteerd.

Wanneer u de Bureautelefoon instelling inschakelt in het Gesprek beantwoorden regels venster, dan verschijnt het pictogram op het Toetsenbord en in het oproepenscherm tijdens een gesprek om aan te geven dat het gesprek via de bureautelefoon wordt gerouteerd

Als u wilt terugkeren naar de softphone, dan volgt u de hierboven beschreven stappen 1 en 2 en klikt u op Computeraudio in het Alle oproepen gebruiken-vervolgkeuzemenu.

Note:

De Bureautelefoon-instelling wordt uitgeschakeld wanneer u uitlogt bij de applicatie. Daarom moet u deze instelling elke keer inschakelen wanneer u inlogt bij de applicatie, zodat de applicatie de oproepenfuncties op uw bureautelefoon kan beheren.
Als de Bureautelefoon-instelling is ingeschakeld kan de gebruiker na het uitloggen van de bureautelefoon de oproepenfuncties van de applicatie niet gebruiken en ontvangt geen meldingen voor inkomende oproepen. Om deze functies te blijven gebruiken en oproepenmeldingen te ontvangen moet de gebruiker inloggen bij de bureautelefoon of de instellingen Alle oproepen gebruiken Computeraudio in de applicatie inschakelen.

De Bureautelefoon-instelling wordt ondersteund op de volgende telefoons, die worden ondersteund op MiVoice Office 400:

MSIP 68xx
MSIP 69xx
Aamadeus 5380 IP
Aamadeus 5380 DSI

Met SIP DECT, TDM DECT en analoge telefoons kunt u met de Bureautelefoon-instelling alleen een oproep beantwoorden en een oproep beëindigen.

MiVoice Office 400 ondersteunt diverse gecertificeerde apparaten van derden, maar de Bureautelefoon-instelling wordt momenteel niet ondersteund op dergelijke apparaten.

Beperkingen

Als de Bureautelefoon-instelling is ingeschakeld:

Kunt u de Geluid uit/Geluid aan-knop van de applicatie niet gebruiken. U kunt het geluid van een oproep in- of uitschakelen met het toetsenpaneel van de bureautelefoon.
U kunt het Toetsenbord in de applicatie niet gebruiken om nummers te kiezen.
De applicatie biedt geen ondersteuning voor telefonische conferenties die met de bureautelefoon worden gemaakt.
U kunt geen groepsoproep plaatsen.
De oproepengeschiedenis in de applicatie houdt de oproepen met uw bureautelefoon niet bij.

↑