Snelle functies
Met de Mitel One Web Application kunt u veelgebruikte functietypes in de MiVoice Office 400 PBX opslaan als Snelle functies in de toepassing. U kunt een functie activeren of deactiveren door de bijbehorende snelle functietoets te selecteren.

Raadpleeg de documentatie MiVoice Office 400 systeemfuncties en functies voor meer informatie over het configureren van een snelle functietoets en de werking van deze toetsen..
Een snelle functie toevoegen
Om een snelle functietoets toe te voegen:
- Open
het Snelle functies-menu op één van de volgende manieren:
- Klik op ALLES TONEN in de Snelle Functies-widget van het beginscherm van de toepassing.
- Klik op het Snelle functie-pictogram (
) in het navigatiemenu van de applicatie.
Het Snelle functies-menu wordt geopend.
- Als u voor de eerste keer een snelle functie toevoegt, klikt
u op SNELLE FUNCTIE TOEVOEGEN. Als u een nieuwe snelle functie
toevoegt aan een bestaande lijst van snelle functies, klikt u op TOEVOEGEN rechtsboven
in het menu. Het Snelle functie toevoegen-venster wordt geopend.
- Kies de functie die u wilt toevoegen in het vervolgkeuzemenu Functietype kiezen.
Voer de vereiste details in (functie-attribuut, en UI display naam),
en klik op OPSLAAN. Als u op ANNULEREN klikt, dan
wordt de bewerking geannuleerd.
De functie wordt toegevoegd aan het Snelle Functies-menu.

Een snelle functie gebruiken
Nadat u een snelle functietoets hebt toegevoegd in de Mitel One Web Application, kunt u de functietoets activeren door het bijbehorende pictogram te selecteren in het Snelle functie-menu. Wanneer u een snelle functie activeert, geeft de toepassing een oproepscherm weer om aan te geven dat de snelle functie wordt uitgevoerd. U hoort een succes-toon als de functie geslaagd is, en een fout-toon als de functie mislukt.
- Wanneer een snelle functie succesvol is, wordt dit aangegeven door twee langzaam elkaar afwisselende tonen. Een snelle intermitterende toon geeft aan dat de snelle functie is mislukt.
- Raadpleeg de documentatie MiVoice Office 400 systeemfuncties en functies voor meer informatie over het waarom een snelle functie is mislukt. Dit document beschrijft de vereisten waaraan moet worden voldaan voordat de snelle functies kunnen worden gebruikt, en de minimale systeemvereisten en machtigingen die vereist zijn voor het gebruik van de snelle functies. U moet ervoor zorgen dat aan deze vereisten en machtigingen is voldaan om een snelle functie met succes te activeren.
Een snelle functie beweken
Om een bestaande snelle functietoets te bewerken of bij te werken:
- Klik op het BEWERKEN-pictogram aan de
rechter bovenkant van het menu. Note: Om de snelle functies anders te rangschikken, klikt u op BEWERKEN en sleept u de pictogrammen van de snelle functies naar de gewenste plaatsen in het Snelle functies-menu, en klikt u vervolgens op KLAAR.
- Klik op het
pictogram dat hoort bij het functietoets dat u wilt bewerken.
Het Snelle functie bewerken-venster wordt geopend.
- Bewerk de vereiste details (functie-attribuut, en UI display
naam), en klik op OPSLAAN om de snelle functie bij te werken.
Als u op ANNULEREN klikt, dan wordt de bewerking geannuleerd.
Een snelle functie verwijderen
Om een bestaande snelle functietoets te verwijderen:
- Klik op het BEWERKEN-pictogram aan de rechter bovenkant
van het menu.
- Klik op het
pictogram dat hoort bij het functietoets die u wilt verwijderen. Een bevestigingsbericht wordt getoond.
- Klik op VERWIJDEREN om de snelle functietoets te verwijderen.
Als u op ANNULEREN klikt, dan wordt de bewerking geannuleerd.
Ondersteunde Snelle functies
Hieronder volgt een lijst met snelle functies die worden ondersteund door de Mitel One Web Application. Raadpleeg de documentatie MiVoice Office 400 systeemfuncties en functies voor meer informatie over elke functietoets.
Naam snelle functie | Beschrijving | MiVoice Office 400-toegangscode |
---|---|---|
Snel nemen |
Deze functie combineert de functies van de twee snelle functies - Gesprek aannemen en Gesprek overnemen. |
*88 |
Log in/log uit bij één gebruikersgroep |
Met deze functie kan een gebruiker uitloggen uit één enkele gebruikersgroep en opnieuw inloggen. |
*48 / #48 |
Log in/log uit bij alle gebruikersgroepen |
Met deze functie kan een gebruiker uitloggen uit alle gebruikersgroep en opnieuw inloggen. |
*4800 / #4800 |
Schakelgroep schakelen |
Met deze snelle functie kan een gebruiker de routering van de oproepen handmatig schakelen tussen de voorgedefinieerde routes; bijvoorbeeld nachtdienst. |
*85 |
Activeer persoonlijke oproeproutering |
Met deze functie kan een gebruiker opgeven naar welk toestel van de aan de gebruiker toegewezen oproepterminals een oproep moet worden gerouteerd. |
*45 |
Inschakelen/uitschakelen Onvoorwaardelijk oproepdoorschakeling naar bestemming |
Met deze functie kan een gebruiker de vooraf bepaalde locatie instellen waarnaar het gesprek zal worden doorverbonden, wanneer de functie voor onvoorwaardelijk oproepdoorschakeling is ingeschakeld. |
*21 / #21 |
Inschakelen/uitschakelen Onvoorwaardelijk oproepdoorschakeling vooraf geconfigureerd |
Met deze functie kan een gebruiker de onvoorwaardelijke oproepdoorschakeling naar de vooraf bepaalde bestemming in- of uitschakelen. |
*22 / #22 |
Instellen oproepdoorschakeling bezet naar bestemming |
Met deze functie kan een gebruiker de vooraf bepaalde locatie instellen waarnaar het gesprek zal worden doorverbonden, wanneer de functie voor oproepdoorschakeling bezet naar bestemming is ingeschakeld. |
*67 |
Inschakelen/uitschakelen oproepdoorschakeling bezet naar bestemming |
Met deze functie kan een gebruiker de oproepdoorschakeling bezet naar de vooraf bepaalde bestemming in- of uitschakelen. |
*67 / #67 |
Inschakelen/uitschakelen Oproepdoorschakeling geen antwoord naar bestemming |
Met deze functie kan een gebruiker de vooraf bepaalde locatie instellen waarnaar het gesprek zal worden doorverbonden, wanneer de functie voor oproepdoorschakeling geen antwoord naar bestemming is ingeschakeld. |
*61 / #61 |
Inschakelen/uitschakelen oproepdoorschakeling geen antwoord vooraf geconfigureerd |
Met deze functie kan een gebruiker de Oproepdoorschakeling bij geen antwoord (CFNR) activeren of deactiveren. |
*62 / #62 |
Oproep-aanname |
Met deze functie kan een gebruiker een oproep aannemen en beantwoorden vanaf een andere terminal of toestel dan die waarnaar de oproep is gerouteerd. |
*86 |
CLIR permanent activeren/deactiveren |
Met deze functie kan een gebruiker de onderdrukking van de weergave van het oproepnummer voor de opgeroepen partij (CLIR) permanent activeren of deactiveren. |
*31# / #31# |
Configuratie wissen |
Met deze functie kan een gebruiker alle persoonlijke functies wissen die geactiveerd zijn, behalve aanmelden/afmelden bij gebruikersgroepen, en status van CLIR permanent. |
*00 |