Inleiding
Als een noodoproep wordt gedaan naar een van de openbare alarmnummers, voegt de communicatieserver aanvullende informatie toe aan de oproep over de geografische locatie van de beller, zodat de provider de oproep naar de juiste PSAP kan routeren (Openbare-veiligheidsantwoordpunt). Afhankelijk van het land en de provider, worden niet alle soorten netwerkinterfaces (SIP, ISDN, analoog) ondersteund.
Een noodoproep maken
Algemeen gedrag van het systeem:
Een gebruiker kiest een nummer dat is opgeslagen in de lijst met openbare alarmnummers.
Het systeem detecteert dat een noodoproep wordt gedaan door het gekozen nummer te vergelijken met de geconfigureerde lijst met openbare alarmnummers.
Zodra duidelijk is dat de oproep een noodoproep is, bepaalt het systeem de exacte locatie van de beller, waarbij de verschillende geconfigureerde opties worden gevolgd (zie De locatie van de beller bepalen).
Het systeem selecteert een regel van de geconfigureerde route voor deze noodlocatie, vult de noodlocatie-id in en stuurt deze naar de provider.
Tegelijkertijd wordt het BHV-team op de hoogte gebracht, worden emails en gebeurtenissenmeldingen verzonden en worden de logbestanden bijgewerkt (zie Het BHV-team informeren).