Noodondersteuningsdienst
In MiVoice Office 400 zijn twee verschillende noodoproepenfuncties geïmplementeerd. Afhankelijk van het type gekozen alarmnummer is het gedrag van het systeem volledig anders:
In het interne nummerschema gedefinieerde alarmnummers (
=g4). Wanneer een alarmnummer van het interne nummerschema wordt gekozen, wordt een van de drie oproepnummers van een bepaalde alarmbestemming (toegewezen aan het knooppunt) gebeld, op basis van de schakelpositie van de toegewezen schakelgroep. Als een alarmbestemming aan een terminal is toegewezen, hebben deze alarmbestemmingen voorrang.
In de openbare noodoproepenlijst gedefinieerde openbare alarmnummers (
=we). Als één van deze nummers wordt gebeld, dan worden specifieke acties ondernomen: De locatie van de beller wordt naar de provider gestuurd, er wordt een BHV-team (bedrijfshulpverlening) geïnformeerd, er gaan alarmen af en logboeken worden bijgewerkt. Deze functie heet de noodondersteuningsdienst.
In dit focusonderwerp wordt alleen de tweede functie (noodondersteuningsdienst) beschreven.
Beschikbare onderwerpen
Het systeem configureren voor de noodondersteuningsdienst