Toetsconfiguratie
Hier kunt u de functie van de configureerbare toetsen specificeren.
De beschikbare configureerbare toetstypes verschillen naargelang de systeemtelefoon.
ID |
Benaming |
F |
Foxkeys / softkeys; snel toegankelijk, interactief, display-gecontroleerde toetsen |
C1 |
Aanwezigheidstoets (MiVoice 5300/MiVoice 5300 IP) / Laadcontact (draadloze DECT-telefoons) / Configureerbare toetsen (Mitel 6700 SIP/Mitel 6800 SIP) |
H |
Configureerbare toetsen van draadloze DECT-telefoons (hot keys) of MitelSIP-telefoons |
S, T |
Configureerbare toetsen op de vaste aansluitingen |
A, B, C |
Configureerbare toetsen op de uitbreidingstoetsenpanelen in Positie A, B of C |
De toetsmodus wordt gebruikt om de functie van een configureerbare toets te specificeren.
Toetsmodus |
Benaming |
Uitleg |
Telefoonnummer |
Cijfertoets |
Configureerbaar met één of twee telefoonnummers en de desbetreffende namen |
Functie |
Functietoets |
Het opslaan van een toets met een functie |
Team / Overzichttoestelgebruikveld |
Teamtoets / Overzicht-toestelgebruiktoets |
Oproepen naar een andere gebruiker hanteren |
KT-lijn |
Lijntoets |
Lijn toets voor druktoetsentelefoons en auto-beantwoordingconsoles. |
Telefonist |
Lijntoets |
Lijntoets op telefonistenconsoles |
KT-lijn |
Persoonlijke lijn |
Persoonlijke oproeptoets op telefonistenconsole en druktoetsentelefoon. Note:
U kunt alleen een persoonlijke lijn creëren als u een toets hebt geconfigureerd als KT-lijn of als Telefonist(e). Deze wordt ook weer automatisch verwijderd wanneer de laatste KT-lijn of Telefonist(e) toets wordt gewist. |
Kamer |
Hotelkamertoets |
Hotelkamertoets op receptietelefoon |
- Een telefoon wordt een druktoetsentelefoon als u een toets als KT configureert.
- Een Mitel 6869 SIP, Mitel 6873SIP, Mitel 6930SIP of Mitel 6940SIP-telefoon wordt een telefonistentelefoon als u een softkey configureert als telefonistentoets. Om dit te kunnen doen, moet u de overeenkomstige optie in de toegewezen machtigingenset activeren.
- Een MiVoice 5380/ 5380 IP-telefoon wordt een telefonistentelefoon als u een toets op de MiVoice M535-uitbreidingstoetsenmodule als telefonistenconsole configureert.
- Een Mitel 6873 SIP of Mitel 6940 SIP-telefoon wordt een receptietelefoon als u een toets configureert als kamertoets. Om dit te kunnen doen, moet u de overeenkomstige optie in de toegewezen machtigingenset activeren.
- Een MiVoice 5380 / 5380 IP-telefoon wordt een receptietelefoon als u een toets op de MiVoice M535-uitbreidingstoetsenmodule configureert als kamer. Om het receptiemenu weer te geven moet u de overeenkomstige optie in de toegewezen machtigingenset activeren.
- Niet alle toetstypen op alle systeemtelefoons kunnen worden geconfigureerd en alleen bepaalde systeemtelefoons kunnen worden gebruikt als druktoetsentoestel, telefonistentelefoon of receptietelefoon (zie de onderstaande tabel).
- Toetsconfiguratie voor laadcontact en hotkeys wordt alleen ondersteund op Mitel SIP DECT- en Mitel TDM DECT-telefoons. Mitel 612 DECT-telefoon ondersteunt geen side-key, die normaal wordt gebruikt voor de hotkey, maar een andere toets kan worden geconfigureerd met de "Hotkey" functie.
Toetsmodus MiVoice 5300 MiVoice 2380 IP MiVoice 1560 Mitel 600DECT Office135 Office160 Mitel 6700 SIP Mitel 6800 SIP Mitel6900SIP Office10 Office25 Office35 Office45 |
Telefoonnummer |
Functie |
Team / Bezetlampenveld – – |
KT-lijn – – |
Telefoniste(n/s)consoles Alleen MiVoice 5380 + MiVoice M535 MiVoice 1560only – Mitel 6869 SIP, Mitel6873SIP, Mitel6930SIP, Mitel6940SIPonly – Office45only |
Kamer Alleen MiVoice 5380 + MiVoice M535 – – Mitel6873SIP, Mitel6940SIPonly – – |
Functietoetsen
Functietoetsen zijn configureerbare toetsen waarop u een functie kunt vastleggen. Er is een ruime keuze van vooraf gedefinieerde functies beschikbaar. U kunt ook uw eigen functies m.b.v. de functie-opdrachten en functiecodes schrijven (selecteer Configureerbaar functie). De functie-commando's staan hieronder vermeld; de functiecodes zijn te vinden in de gebruikershandleiding "Gebruikershandleiding */# Procedures" onder www.mitel.com/docfinder.
“A” |
Leg beslag op lijn met maximum prioriteit |
“I” |
Leg beslag op lijn |
“H” |
Beantwoord lijn in handsfree-modus |
“X” |
Verbinding verbreken |
“P” |
Pauzeer 1 seconde vóór volgende actie |
"Lxx" |
Leg beslag op lijn xx (lijntoetsen) |
“N” |
Voer telefoonnummer in dat werd ingevoerd tijdens oproepvoorbereiding |
“.” |
Regeltoetsfunctie (up-circuit-PBX) |
“Z” |
Activeren/deactiveren van de DTMF-modus (toonkiezen) |
“R” |
Gebruik laatst gekozen telefoonnummer |
“Y” |
Verbreek verbinding en leg weer beslag op de lijn |
“IR” |
Leg beslag op lijn ("I"), Kies laatst gekozen telefoonnummer ("R") |
“I201” |
Leg beslag op lijn ("I") en kies telefoonnummer 201 |
“I*21201X” |
Leg beslag op lijn ("I"), Activeer gesprek oproepdoorschakeling (“*21”) naar telefoonnummer 201. Verbreek verbinding ("X") |
KT-lijn
Parameter |
Uitleg |
Naam |
KT-lijntoetsnaam |
Persoonlijke lijn (S1, A1, ..) |
Als u een KT lijntoets creëert, dan wordt uw persoonlijke lijn ook opgeslagen op een configureerbare toets. U kunt de gewenste toets hier kiezen. |
Oproepdistributie-element |
Verbind de KT-lijn toets met de gewenste KT-lijntoets. Elke KT-lijn behoort tot een oproepdistributie-element met de KT-oproepbestemming (of combinaties hiervan) |
Prioriteit |
Een oproepdistributie-element met de bestemming KT-lijn maakt verschillende KT-lijnen beschikbaar die voorrang hebben op elkaar. Een inkomende oproep wordt eerst gepresenteerd op de KT-lijn met prioriteit 1. Als het druk is wordt het gesprek doorgestuurd naar de volgende KT-lijn met een lager prioriteitsniveau, enz. Koppel hier de KT-toets aan een KT-lijn met een specifiek prioriteitsniveau en definieer zo de volgorde van de prioriteiten waarmee een inkomende oproep zal worden aangeboden. |
Beltoonvertraging |
Vertraging van akoestische signalering van inkomende oproepen via deze KT-lijntoets. |
Melodie |
De beltoonmelodie voor inkomende oproepen via deze KT-lijntoets. |
Snelheid |
Beltoonsnelheid van inkomende oproepen via deze KT-lijntoets. |
Inkomende inbeslaglegging |
Toets: Neem oproep aan met de lijntoets. Hoorn: Neem oproep door de hoorn van de haak te nemen. Automatisch handsfree: De oproep wordt automatisch aangenomen en de telefoon staat in handsfree. |
Inkomende prioriteit |
Deze instelling is van belang
U bepaalt dus de lijntoets die bezet zal zijn wanneer de gebruiker de hoorn oppakt. |
Uitgaand geblokkeerd |
|
Uitgaand inbeslagleggingstype |
Toets: Leg beslag op deze KT-lijn door op de KT-lijntoets te drukken. Hoorn: Leg beslag op deze KT-lijn door de hoorn op te pakken. |
Leg beslag op prioriteit |
Deze instelling is van belang als u meerdere lijntoetsen hebt geconfigureerd en als u hebt gekozen voor het inbeslagleggingstype Handset of Automatisch handsfree. U bepaalt dus de lijntoets die bezet zal zijn wanneer de gebruiker de hoorn oppakt. |
Oproeplijst: |
|
KT-lijn beëindigen |
Note:
Als de parameter Oproepdoorschakeling toestaan bij beëindiging KT-lijnen van de toegewezen gebruiker is ingesteld, dan wordt de doorschakeling in ieder geval uitgevoerd. |
Vergrendeld |
|
Parameter |
Uitleg |
Lijntype |
Persoonlijke lijn Stel deze lijn zo in dat u persoonlijke gesprekken kunt ontvangen. KT-lijn: Wanneer de lijntoets wordt toegewezen aan het oproepdistributie-element, dan krijgt de lijntoets zijn eigen telefoonnummer waarop een externe- of interne oproep kan plaatsvinden. Er kunnen één of meerdere telefoons worden verbonden met deze KT-lijn. Uitgaande oproepen via deze lijntoets worden gerouteerd via de route die is ingevoerd in de CDE-configuratie onder Route. |
Naam |
KT-lijntoetsnaam |
Lijnnummer |
De KT-lijntoets toewijzen aan een lijnnummer. |
Oproepdistributie-element |
Verbind de KT-lijn toets met de gewenste KT-lijntoets. Elke KT-lijn behoort tot een oproepdistributie-element met de KT-oproepbestemming (of combinaties hiervan) |
Prioriteit |
Een oproepdistributie-element met de bestemming KT-lijn maakt verschillende KT-lijnen beschikbaar die voorrang hebben op elkaar. Een inkomende oproep wordt eerst gepresenteerd op de KT-lijn met prioriteit 1. Als het druk is wordt het gesprek doorgestuurd naar de volgende KT-lijn met een lager prioriteitsniveau, enz. Koppel hier de KT-toets aan een KT-lijn met een specifiek prioriteitsniveau en definieer zo de volgorde van de prioriteiten waarmee een inkomende oproep zal worden aangeboden. |
Uitgaand geblokkeerd |
|
Oproeplijst: |
|
Melodie |
De beltoonmelodie voor inkomende oproepen via deze KT-lijntoets. Algemeen: Gebruikt de beltoonmelodie die is ingesteld op de telefoon. Stilte: Alleen optische signalen, geen akoestische belsignaal. 1...x: Selecteer één van de x beltoonmelodieën (x is afhankelijk van het aansluitingstype). |
KT-lijn beëindigen |
Note:
Als de parameter Oproepdoorschakeling toestaan bij beëindiging KT-lijnen van de toegewezen gebruiker is ingesteld, dan wordt de doorschakeling in ieder geval uitgevoerd. |
Vergrendeld |
|
Bezetlampenveld
Parameter |
Uitleg |
Telefoonnummer |
Wijs een interne telefoonnummers uit de lijst toe aan de overzicht-toestelgebruiktoets. |
Naam |
Naam van de overzicht-toestelgebruiktoets |
Belsignaaltype |
Stilte: Een oproep over deze overzicht-toestelgebruiktoets is continu maar wordt alleen optisch gesignaleerd. Eén keer overgaan: een oproep op deze overzicht-toestelgebruiktoets wordt zowel optisch (continu) als akoestisch (met één keer overgaan) gesignaleerd. Periodiek overgaan: een oproep op deze overzicht-toestelgebruiktoets wordt zowel optisch (continu) als akoestisch (met periodiek overgaan) gesignaleerd. |
Laag volume |
Note:
De parameter wordt alleen weergegeven voor Oproeptype = Eén keer overgaan. |
Overgaan met vertraging |
Note:
De parameter wordt niet weergegeven voor Oproeptype = Inactief. |
Ook overgaan tijdens gesprek |
Note:
De parameter wordt niet weergegeven voor Oproeptype = Inactief. |
Geblokkeerd |
|
Parameter |
Uitleg |
Telefoonnummer |
Wijs een interne telefoonnummers uit de lijst toe aan de overzicht-toestelgebruiktoets. |
Naam |
Naam van de overzicht-toestelgebruiktoets |
Beltoonmelodie |
Wijs aan deze overzicht-toestelgebruiktoets één van de vijf beltoonmelodieën aan of selecteer Beltoon. Het gesprek wordt altijd optisch gesignaleerd. |
Geblokkeerd |
|
Configureerbare toetsen
Om een toets te configureren selecteert u de bewerkingsweergave van de telefoon en klikt u op de gewenste knop in het schema of de toetsafkorting in de toetsenlijst.
De toetsconfiguratie met één toets kopiëren
U kunt een geconfigureerde toets kopiëren naar een toets van dezelfde of een andere telefoon. Hiervoor gaat u als volgt te werk:
Kies de telefoon waarvan u een toetsconfiguratie wilt kopiëren.
Klik uiterst rechts op de overeenkomstige regel van een toets op het Kopiëren
symbool.
Voeg de configuratie toe aan een andere toets van dezelfde telefoon of een andere telefoon met Toevoegen
.
- Functietoetsen, teamtoetsen en overzicht-toestelgebruiktoetsen kunnen alleen naar andere telefoons worden gekopieerd als ze dezelfde aansluitingsinterface gebruiken. Uitzondering: Functietoetsen en teamtoetsen kunnen ook worden gekopieerd tussen de MiVoice 5300, MiVoice 5300 IP, Mitel 600 DECT, MiVoice 2380 IP-telefoons en bepaalde oudere kantoortelefoons, mits de bestemmingstelefoon het type toets ondersteunt.
- Bepaalde toetstypes (zoals lijntoetsen) kunnen niet worden gekopieerd. De Kopiëren en Toevoegen symbolen worden niet weergegeven voor deze toetsen.
De toetsconfiguratie van alle toetsen naar een andere telefoon kopiëren.
Om de toetsconfiguratie van alle toetsen op een telefoon naar hetzelfde type telefoon te kopiëren, gaat u als volgt te werk:
Kies de telefoon waarvan u de toetsconfiguratie wilt overdragen.
Klik op de Kopiëren knop bovenaan links.
Alle geopende, vergelijkbare telefoon worden weergegeven. Aan de linkerkant zijn de selectievakjes zichtbaar.
Vink de vakjes aan van de telefoons waarheen u de toetsconfiguratie wilt kopiëren en klik op de Toepassen knop.
De toetsconfiguratie van alle toetsen wordt gekopieerd.
De toetsconfiguratie van uitbreidingstoetsenmodules wordt alleen gekopieerd als ze beschikbaar zijn op de bestemmingstelefoons in dezelfde volgorde en als ze van hetzelfde type zijn.
Labelstrips afdrukken
Ga als volgt te werk om een of meer telefoonlabels voor de toetsenpanelen af te drukken:
Wijziging van de
Telefoonlabels weergave.
Gebruik het filter en reduceer zonodig de lijst met aansluitingen door een aansluitingsinterface te selecteren,.
Kies de achtergrondkleur van het telefoonlabel.
Selecteer ten minste één aansluiting.
Klik op de Genereer PDF knop.
De labelvelden van alle geselecteerde aansluitingen worden opgeslagen in een PDF-bestand.
Druk de PDF af op uw printer.
Kies de volgende printerinstellingen voor de labels:
- PDF niet aanpassen alvorens af te drukken.
- Paginaaanpassing Geen
De toetsconfiguratie van de telefoon updaten
Dit gedeelte is alleen van toepassing op analoge Mitel 6700- telefoons.
De telefoon moet tijdens de configuratie zijn verbonden, zodat de toetsconfiguratie onmiddellijk op de telefoon kan worden opgeslagen. Zo niet kunt u de toetsconfiguratie op de telefoon laden nadat u de telefoon hebt verbonden, door op Toetsconfiguratie op telefoon updaten te klikken.
Om de toetsenconfiguratie te laden op alle aangesloten Mitel 6700-analoge serie telefoons klikt u op Update toetsenconfiguratie voor alle Mitel 6700-analoge telefoons.
Kies--om de toetsenconfiguratie die is opgeslagen in de WebAdmin van de aangesloten telefoon te laden--de functiecode *#53.